woensdag 25 november 2009
Niet iedereen blij met Leterme II
Geserveerd met peterselie
Op een heel mooi bordje
Geprepareerd door een meesterkok
Labels:
Kamagurka,
Peterselie,
Yves Leterme
dinsdag 24 november 2009
Lady paints the blues
daar ligt alles PLAT
0----------------------------O
weer razen violen celli bassen koperen triangel
dddddddddddddddddddddddenz.
ddddddddddddddddddddddddddenz.
dddddddddddddddddddddddddddd enzovoort…
Uit: "De kringen naar binnen"
Zoals Paul van Ostaijen kon tekenen met woorden, zo kon Billie Holiday zingen met beelden. Ze liet lijken uit bomen vallen. Zwarte lijken, die net als bladeren nog eens door de wind omhoog werden getild. Om daarna ongenadig neer te vallen…
Strange fruit.
For the sun to rot, for the trees to d
dddddddddddddddddddddddddddddd r
ddddddddddddddddddddddddddddddd o
dddddddddddddddddddddddddddddddd p
Labels:
Billie Holiday,
Paukeslag,
Paul Van Ostaijen,
Strange Fruit
zondag 15 november 2009
Quidquid latine dictum sit, altum videtur
Niemand goochelt meer met dode taal dan Bart De Wever (NVA). Al snel na zijn overwinning in juni begon hij zijn speech met constantia et labore (met volharding en arbeid) en eindigde hij even eloquent met birrum bibendum esse, wat zoveel betekent als ‘nu gaan we ons lam drinken’.
Sindsdien gooit de man er ad nauseam (tot walgens toe) Latijn tussen, in de hoop de historische vergelijking met Julius Caesar zelf te doorstaan. Gelukkig, nulla regula sine exceptione (geen regel zonder uitzondering): ‘Barbarus hic ego sum, quia non intellegor ulli’ (Ik ben een barbaar omdat ik door niemand begrepen word), dát zult u De Wever nooit horen zeggen. Er zijn immers grenzen aan de liefde voor de captatio benevolentiae.
Quidquid latine dictum sit, altum videtur. Alles wat in het Latijn gezegd wordt, klinkt diepgaand. Het IS het daarom nog niet. Hoort u dat, meneer De Wever?
Labels:
Bart De Wever,
captatio benevolentia,
Latijn
maandag 9 november 2009
Archetypes van de concertganger
Bestaat er zoiets als dé concertganger? Het gaat op zijn minst om iemand die twintig euro veil heeft om iemand op een podium muzikale bokkensprongen te zien maken. Maar dé concertganger? Die bestaat volgens mij niet. Wel zijn er enkele types, archetypes zo je wil, die menig concertzaal onveilig maken. Een archetype is een oermodel dat ten grondslag ligt aan latere varianten. Dat moet u goed indachtig zijn: onderstaande archetypes zijn geïdealiseerd, kruisbestuivingen zijn mogelijk en het is niet omdat de mannelijke variant staat beschreven dat er geen vrouwelijke soorten van bestaan (neem dat van me aan!). Maar kom, wie zich ooit al eens in een concertzaal heeft gewaagd, kwam zeker al in aanraking met de varianten van onderstaande archetypes.*
De Kletsmajoor
De ‘Kletsmajoor’ heeft zich vergist van locatie: hij denkt namelijk dat hij op café zit. Om zijn slag te kunnen slaan heeft hij soortgenoten nodig en u zult hem dus nooit alleen treffen. Tijdens de set slaagt hij erin zijn hele leven te vertellen, personen van de andere sekse te versieren en analyses uit te werken over hetgeen zich op het podium afspeelt. De vrouwelijke variant durft het al eens hebben over de al dan niet geslaagde outfitkeuzes, de mannelijke variant houdt het op opmerkingen over de nummeropbouw, gitarenmerken en pedaaltjes. Vooral tijdens trage nummers gaat hij gretig zijn gang. Een ballad is namelijk vaak hét sein voor ongebreideld kletsen.
De Kabouter
Is eigenlijk te klein om naar concerten te gaan. Zou beter thuis blijven om daar naar de cd te luisteren in plaats van zich tussen de menigte te wurmen. Is ook steevast verontwaardigd als iemand met een normale lengte zich voor hem komt stellen.
De Reus
Evidente tegenhanger van ‘de Kabouter’. Zou eigenlijk verplicht achteraan de zaal moeten staan, maar slaagt er telkens in de front row te bereiken waar hij het zicht van niet minder dan tien medeconcertgangers belemmert.
De Kweler
Hier zijn er verschillende subtypes van. Zo heb je de ‘alleskweler’. Deze kent werkelijk ALLE nummers uit het hoofd en laat het dan ook niet na deze luidkeels mee te krijsen. Beseft vaak niet dat zijn stemgeluid het origineel niet overtreft.
Een volgend type is de ‘hitjeskweler’: kent enkel de radiodeuntjes en verpest deze hoogtepunten steevast met een eigen ondermaatse interpretatie. Bij de minder bekende nummers durft dit type te transformeren in ‘de Kletsmajoor’.
De Dirty Dancer
Bij de ‘Dirty Dancer’ hebben we het niet over onschuldig heupgewieg of eentonige nekwerveloefeningen. Het gaat om een volleerde John Travolta die een Saturday Night Fever ten berde brengt. De een houdt al beter maat dan de andere, maar omstanders houden aan deze Patrick Swayze sowieso blauwe plekken en gekneusde ribben over.
De Schildpad
Een ‘Schildpad’ is steeds voorzien van een flink uit de kluiten gewassen rugzak. Blijkbaar is een concert voor deze persoon slechts een tussenstop in iets wat een heuse trektocht moet voorstellen. De persoon achter hem wordt dan ook continue getrakteerd op een schurkend stuk polyester.
De Moederkloek
De ‘Moederkloek’ bestaat enkel in de mannelijke variant en is steeds voorzien van een vrouwelijke kompaan. Hij staat onophoudelijk als een human shield rond zijn meisje gedraaid als zou het kind het zonder zijn stoere tussenkomst nooit uitzingen tot aan de bisnummers. Is niet tuk op de ‘Dirty Dancer’.
De Fotograaf
Hierbij gaat het niet over de gediplomeerde, gehonoreerde en steeds gewaardeerde rockfotografen van de even gediplomeerde, gehonoreerde en steeds gewaardeerde (ahum) bladen. Het gaat om personen die met hun eigen gefinancierde Sony, Canon of Nikon het hele concert in beeld willen brengen. De ‘Fotograaf’ houdt er klaarblijkelijk van om het hele concert op het schermpje van zijn digitale toestel te volgen, eerder dan gewoon van het optreden in real life te genieten. Dit type amuseert u achteraf wel steeds met een inventieve PowerPoint of dia-avond.
De Roker
Tot slot heb je de ‘Roker’. Voor de één een vriend, voor de ander een vijand. Voor hem is een concert zonder zijn notoire stinkstok niet geslaagd. Ondanks de vele verbodstickers op de zogenaamde openbare plaatsen kan hij het niet laten een sigaretje op te steken. Vooral als de gewaardeerde artiest op de bühne zelf aan het paffen slaat, is het hek helemaal van de dam. Merk en inhoud van de peuk durven bij elke variant te verschillen en omstanders lopen steeds het risico op brandwonden.
Dit waren ze: de archetypes van een concertganger, gebaseerd op persoonlijke ondervindingen en doorgedreven veldwerk. Aanvullingen zijn absoluut mogelijk en bijgevolg nodig ik u graag uit tot interactie. Hebt u nog andere archetypes gespot die mij doorheen de jaren heen zijn ontgaan, gelieve de lijst dan zo snel mogelijk up te daten. Kwestie van concerten in de toekomst antropologisch te kunnen doorgronden.
* Ik ben zelf een ‘Kabouter’, was vroeger een ‘Roker’ en heel af en toe ben ik een ‘Kweler’…
Abonneren op:
Reacties (Atom)
